Rouwverwerking
Nataal juni 2015, editie 25
Jaarlijks overlijden tussen de 1500 en 1700 baby's. Professionals in de geboortezorg krijgen ermee te maken, frequent, een enkele keer of via intervisie met collega's. Het blijft heftig en er is blijvende behoefte aan opleiding, ondersteuning en het uitwisselen van ervaringen. Sterfte in de geboortezorg is onvermijdelijk, met die wetenschap moeten we er het beste van maken voor het gezin.
'In tijden van rouw kan een familie op haar krachtigst, maar ook heel kwetsbaar zijn', vertelt Marjon Faes, verliesconsulent. 'De meeste ouders zijn blij met deskundige hulp, advies en informatie dat hen helpt te kiezen. Als het hen maar niet overstelpt met het geven van keuzes.'
Ruth van den IJssel, van Ima afscheidszorg: 'Ouders vinden het prettig om hun zorg flexibel te kunnen ontvangen. Sommige ouders willen veel zelf doen, anderen willen graag dat veel geregeld wordt. Sommige ouders zijn verzekerd, anderen niet.'
Beleving
'De begeleiding na een verlies is per gezin verschillend', zegt Marjon Faes. 'Het verlies is voor niemand hetzelfde, kijk daarom altijd vanuit het perspectief van de rouwende. Wanneer beide ouders hetzelfde kindje verliezen, wordt het verlies niet identiek beleefd. Als de vader zelf boodschappen doet, terwijl er nog zorg in huis is, wil dat niet zeggen dat het goed gaat.'
Faes: 'Kinderen in een gezin gaan ook ieder op hun eigen manier met het verlies om. Vanuit een soort beschermingsmechanisme kunnen ze van het ene op het andere moment heel ergens anders mee bezig zijn. Het is belangrijk voor ogen te houden dat het voor niemand in het gezin mogelijk is de pijn weg te nemen en ook misplaatste troost, zoals: "dat ze nog andere kinderen hebben" of "wat je niet echt hebt gehad zal je niet missen", kun je beter achterwege laten.'
Twijfel
Professionals worden bij een overlijden geconfronteerd met de situatie. Het hoort bij het vak, maar toch kan er twijfel ontstaan, volgens Faes: 'Twijfel bij een professional betekent niet dat er een tekort aan aandacht voor rouwverwerking is vanuit de opleiding of de organisatie. Als je daadwerkelijk voor een situatie komt te staan met een overlijden, is een schrikreactie normaal. Als professional moet je jezelf altijd afvragen of jij op het moment van de hulpvraag degene moet, kan en wil zijn die dat gezin begeleidt.'
Karen Stadegaard, kraamverzorgende bij Kraamzorg Langedijk: 'Als zestienjarige was ik bij het kraambed van de jongste zus van mijn moeder. Twee maanden later was het kindje overleden aan wiegendood. Dat blijft je bij. Toen ik de eerste keer werd gebeld voor de zorg bij een gezin waarvan het kindje was overleden, schrok ik.'
Faes: 'Het is de ervaring en het zijn de tips en trucs die veelal een "Oh, ja, dat is waar" en houvast met zich meebrengen. Mijn ervaring is dat professionals over het algemeen weinig hulp durven vragen en vaak niet weten waar ze voor welke hulp terecht kunnen. Wat ik vaak zie is dat het gaat om twijfels en vragen achteraf. Wat had ik kunnen vragen? Wat had ik meer kunnen betekenen?'
Stadegaard: 'Natuurlijk hoop ik dat het niet meer voorkomt, maar na deze ervaring weet ik wat ik kan betekenen voor een gezin. Een volgende keer twijfel ik niet of ik de zorg voor het gezin wil doen.'
Voorbereiding
Van den IJssel: 'Het gaat om de mogelijkheid te bieden aan ouders hun kindje te leren kennen, tijd om foto's te maken, te knuffelen of het eventueel in bad te doen.'
Karen Stadegaard: 'Als kraamverzorgende heb ik via mijn organisatie informatie en advies gekregen over wat je kunt doen via een protocol, we wisselen met collega's ervaringen uit en bespreken casuïstiek. Ik was redelijk blanco de zorg voor mijn gezin ingegaan waar een kindje was overleden', zegt Stadegaard, 'want tijdens mijn opleiding tot kraamverzorgende was niet veel aandacht voor rouwverwerking.'
Bij de opleiding verloskunde wordt juist ruim aandacht geschonken aan rouwverwerking volgens Noortje Jonker, zelf moeder en na tien jaar verloskundige nu vijf jaar docent aan Hogeschool InHolland voor de opleiding verloskunde. 'Studenten krijgen advies, intervisie, studieloopbaancoaching en collega-studenten wisselen ervaringen uit', vervolgt Jonker. 'Maar je kunt nog zo vaak oefenen en bekwaam zijn, een sterfgeval blijft heftig. Heeft iemand het vaker meegemaakt, dan zal iemand er beter mee om kunnen gaan. Tijdens de lessen probeer ik de meerwaarde van deze kant van onze zorg aan de studenten over te brengen.'
Overdracht
'Wij benadrukken tijdens de opleiding verloskunde de waarde van een overdracht', zegt Jonker. 'De oefening om een boodschap zo goed mogelijk over te brengen door in elkaars oor te fluisteren, het nabootsen van situaties met interdisciplinaire samenwerking van kraamverzorgenden, ambulancepersoneel, gynaecologen en geneeskunde studenten in opleiding; in de keten zijn overdrachtstechnieken van groot belang.'
Jonker vervolgt: 'Landelijk worden verplicht sterfgevallen besproken in perinatale audits en daar worden regionaal afspraken over verbeteringen in de kwaliteit van zorg gemaakt. Op de terugkomdagen wordt door vierdejaarsstudenten terugkoppeling gegeven over bevindingen in de praktijk. En als hogeschool staan wij weer in verbinding met de KNOV en de afdeling Midwifery Science over wetenschap en onderzoek.'
'Overdracht speelt een belangrijke rol in de start van een zorg voor een volgende professional.'
Van den IJssel benadrukt: 'De zorg zoals die in een ziekenhuis of door verloskundige is opgestart zou zo moeten worden overgenomen, liefdevol.'
Afscheid nemen
Stadegaard: 'Ik was bij het huis voordat het gezin thuiskwam met hun dochter in een mandje. Zo kon ik het gezin verwelkomen. Ze waren opgelucht; hun dochtertje kon even thuis zijn, in haar eigen kamer. Dat was erg dubbel, maar ook bijzonder.'
'Hormonaal schreeuwt het lichaam om een baby te krijgen', zegt Ruth van den IJssel, van Ima afscheidszorg. Als hulpverlener moet je natuurlijk niet doen alsof er een levende baby is. Het moet in balans zijn: het welkom heten en de tijd nemen het verlies te laten doordringen.'
Faes beaamt dit: 'De confrontatie met de realiteit en het overleden kind is zeker belangrijk om het besef van verlies door te laten dringen.'
'In dertien jaar tijd heb ik regelmatig ervaren dat artsen, verpleegkundigen of uitvaartverzorgers adviseerden dat het beter was hun kindje niet meer te zien. Gelukkig wordt meer en meer duidelijk dat het juist zo belangrijk is voor het rouwproces om afscheid te kunnen nemen.'
Uitvaartzorg
Van den IJssel: 'In 2010 overleed met kerst na een zwangerschap van 32 weken ons derde kindje Roman in mijn buik. Mijn wereld stortte in. Naast het enorme verdriet moest er natuurlijk van alles worden geregeld: een mandje, koelsysteem, muziek, gedichtjes, maar we vonden niet wat bij ons paste. We besloten alles zelf te regelen. We googelden maar het bleek niet zo simpel. Bij veel uitvaartorganisaties kun je alleen een heel pakket afnemen.'
'Tien maanden later verloor mijn huidige collega Petra haar zoontje, Mees. Na uren koffie drinken, huilen en ervaringen delen kwamen we tot de conclusie dat je je toch écht moeder voelt en je kindje welkom wilt heten en dat delen met de mensen om je heen. Dat wordt niet altijd begrepen.'
Noortje Jonker: 'Een aanpak voor de professional naar ouders kan zijn om de eerste keer nadat je ze ziet eerst te feliciteren, ze zijn juist ook ouders geworden, en ook te condoleren. Dit gebaar wordt gewaardeerd. Het is een belangrijke erkenning dat hun kind er is geweest en hun ouderschap wordt hier mede door bevestigd. Een keer heb ik het gehad dat een vader heel boos werd - hoe kon ik dat zeggen. Je kunt het ook niet terloops zeggen, hier moet je de tijd voor nemen.'
'Bizar trouwens', benadrukt Jonker, 'dat er in vergelijking met het woord 'wees' geen woord is voor 'ouders zonder kind'.'
Emoties
'Het gaat er voor professionals om te leren onzichtbaar zichtbaar te zijn', zegt Faes. 'Weten wanneer je een stapje naar voren zet om je kennis toe te passen, maar ook weten wanneer je een stapje naar achter doet omdat het moment daarom vraagt.'
'Je mag als professional best je emoties tonen, maar de vraag aan jezelf is dan belangrijk: horen die emoties bij jezelf of bij de nabestaanden? Het is de plicht aan je vak om je eigen emoties even te parkeren. Daar hebben de mensen het meest aan, en daar moet je de kracht voor hebben.'
Stadegaard: 'Op een gegeven moment sta je heel dichtbij de mensen. Ik verzorgde de kraamvrouw, zorgde voor de visite, de dominee kwam langs en de ouders vroegen mij mee te denken over de ceremonie. Twee maanden na de zorg ben ik bij het gezin op bezoek gegaan. Mijn leven ging verder en verwachtte dat zij verder in hun rouwproces zouden zitten. Maar het leek zelfs nog minder goed met hen te gaan, dat was heel heftig. Het bezoek heeft mij wel goed gedaan.'
Faes: 'Blijf je als professional altijd de vraag stellen: wat is hier nu nodig? Heftige emoties na overlijden zijn volstrekt menselijk en normaal', zegt Marjon Faes, 'ook voor een professional; hoe je ermee omgaat, dat kun je leren, al twijfelen mensen daar wel eens aan.'
Tekst: Jessica de Jong