Neusdruppels tegen een herseninfarct
Wetenschappers van het UMC Utrecht begonnen twaalf jaar geleden met een onderzoek naar neusdruppels die een beschadiging van een herseninfarct bij pasgeborene kan voorkomen. In de neusdruppels zitten stamcellen die de beschadigde plek van de hersenen moet behandelen. Toen de wetenschappers hun onderzoek startte kregen ze nog niet veel vertrouwen van andere wetenschappers, maar inmiddels is hier verandering ingekomen.
De werking
Cora Nijboer, neurowetenschapper die het onderzoek leidde, vertelt het volgende: ‘’Elke baby heeft eigen hersenstamcellen. Die cellen krijgen door de neusdruppels even een helpende hand.’’ De hersenen van pasgeboren baby’s bevatten namelijk veel herstelmechanismen. De druppels helpen dus voornamelijk om die herstelmechanismen aan te sporen om te werken. Als je deze neusdruppels inspuit bij een kind gaan ze langs een botje in de neus en worden dan zo door de bloedvaten in het bloed opgenomen. ‘’Zo migreren ze binnen enkele uren naar de plek in het brein waar de hersenschade zit,’’ vertelt Nijboer verder.
Positief resultaat
‘’Via de neus is eigenlijk heel efficiënt en werkt best goed. Dat is eigenlijk heel bijzonder,’’ vertelt Manon Benders, hoogleraar neonatologie. Dat deze methode zo goed werkt komt doordat het beschadigde gedeelte van de hersenen een noodsignaal afgeeft. Zo kunnen de nieuwe ingespoten stamcellen daar snel heen en daar worden de hertstelmechanismen geactiveerd. Er wordt wel nog verder onderzoek gedaan naar hoe effectief de druppels exact zijn.
Het feit dat de neusdruppels werken komt voort uit observaties op de baby’s die als eerste de druppels kregen. Na het inspuiten van de druppels hebben Nijboer en haar team de baby’s goed in de gate gehouden en op een MRI-scan, die drie maanden na het toedienen van de druppels is gemaakt, is te zien dat er nieuw weefsel ontstaat in de beschadigde plekken van de hersenen. Een goed resultaat en een veilige methode dus, volgens Nijboer