Schijnzelfstandigheid in de geboortezorg aangepakt. Toekomst zzp’ers onzeker
Het kabinet maakte eind vorig jaar bekend het steeds groter wordend aantal zzp’ers te willen terugdringen. Dit onder meer door schijnzelfstandigen, zzp’ers die eigenlijk een dienstverband zouden moeten hebben, op te sporen en aan te pakken. Wat betekent dit voor de geboortezorg?
Het aantal zzp’ers in Nederland stijgt al jaren. Volgens cijfers van het CBS groeide tussen het derde kwartaal van 2021 en hetzelfde kwartaal van 2022 het aantal zzp’ers met 127.000 naar 1,2 miljoen. De toename is het grootst in de zorg- en welzijnsberoepen. In diezelfde periode groeide het aantal zzp’ers met een zorg- en welzijnsberoep met 34.000 personen. De toename van het aantal zzp’ers ging zelfs gepaard met een krimp van het aantal medewerkers in loondienst bij de zorg- en welzijnsberoepen. Want met name in sectoren als de zorg, het onderwijs en de kinderopvang zijn er steeds meer medewerkers die een baan in loondienst verwisselen voor eenzelfde functie als zzp’er.
Trend doorbreken
Die sterke groei van het aantal zzp’ers in bepaalde sectoren heeft keerzijden. Wanneer er steeds meer en vaker met zzp’ers wordt gewerkt, neemt de werkdruk op de vaste medewerkers toe. Ook is de meerwaarde van duurzame arbeidsrelaties nadrukkelijk gebleken. Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Karien van Gennip, liet in december vorig jaar in een voortgangsbrief aan de Tweede Kamer weten dat ze deze trend wil doorbreken. “Om de balans te herstellen op het gebied van werken met zelfstandigen en als zelfstandige, heeft het kabinet een aantal maatregelen aangekondigd”, schrijft ze. Het kabinet gaat de regels rondom het werken als zelfstandige en met zelfstandigen toekomstbestendiger maken.
Om dit te bereiken zet het in op een gelijker speelveld tussen contractvormen (denk aan de versnelde afbouw zelfstandigenaftrek en een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers). Ook zet het in op meer duidelijkheid over de vraag wanneer gewerkt wordt als werknemer of als zelfstandige. Drie hoofdelementen die bepalen of je zzp’er of schijnzelfstandige bent zullen hier duidelijkheid over moeten geven: materieel gezag, inbedding van het werk en zelfstandig ondernemerschap. Tot slot wil het kabinet de handhaving op schijnzelfstandigheid versterken en verbeteren en uiterlijk op 1 januari 2025 het handhavingsmoratorium volledig opheffen.
҅Je ziet duidelijk de trend dat steeds meer kraamverzorgenden uit dienst
gaan en aan de slag gaan als zzp'er. ҆
Zzp’er of schijnzelfstandige?
Lex Tabak, eigenaar van serviceplatform zzp-erindezorg.nl, zag afgelopen jaren met name een grote toename van zelfstandig kraamverzorgenden in de geboortezorg. Er zijn in totaal zo’n negenduizend kraamverzorgenden in Nederland, waarvan er inmiddels ruim duizend werken als zzp'er. Het nieuwe element waar meer nadruk op gelegd gaat worden in de strijd tegen schijnzelfstandigheid - inbedding van het werk - lijkt vooral voor deze groep een risico te vormen. “In de kraamzorg zie je heel duidelijk de trend dat er steeds meer kraamverzorgenden uit dienst gaan en aan de slag gaan als zzp’er. De redenen hiervoor liggen veelal bij een behoefte aan meer inkomen, meer behoefte aan vrijheid, flexibiliteit en eigen regie. Het kabinet wil het begrip schijnzelfstandigheid oprekken. Het voornemen is de definitie van materieel gezag specifiek te maken. Er zou volgens minister van Gennip sprake zijn van materieel gezag bij ‘ingebed’ werk: de zzp’er doet hetzelfde werk als de mensen in dienst bij het bedrijf. De minister is van mening dat zzp’ers in de zorg die als onderaannemer werken, ingebed zijn. Bij kraamverzorgenden zou dit ook gaan gelden als de minister haar
zin krijgt.”
Er zijn ook andere factoren die meespelen als het gaat om zzp’er of schijnzelfstandige zijn. Namelijk materieel gezag en ondernemerschap. Onder materieel gezag wordt verstaan dat de opdrachtgever het recht heeft om de zzp’er te instrueren hoe het werk uitgevoerd moet worden. De Belastingdienst hanteert daarnaast diverse criteria om te beoordelen of je een ondernemer bent. Tabak: “Er staat bijvoorbeeld een urencriterium voor.
Zo zul je minimaal 1225 uur per jaar aan je onderneming moeten besteden. Daarnaast kijkt de Belastingdienst naar continuïteit, hoeveel tijd je besteedt aan het werven van nieuwe klanten, of je financiële risico’s loopt, hoeveel klanten je hebt en zo zijn er nog meer criteria. Als jij echt als een ondernemer opereert en zo wordt gezien door de Belastingdienst, zul je niet als schijnzelfstandige worden aangemerkt.” Maar aan welke en hoeveel punten nu precies moet worden voldaan om schijnzelfstandigheid te voorkomen en hoe zwaar ieder criterium weegt? Daar komt vooralsnog geen antwoord op van de minister. “Dat maak het voor zzp’ers een onzekere tijd.”
Vliegende kiep
Lisette van der Does werkt ook als zelfstandige in de geboortezorg. Ze werkt sinds 2011 als echoscopist op zzp-basis. De reden? “Ik heb bindingsangst, haha! Ik vind het fijn om bij meerdere verloskundigenpraktijken te werken, zodat ik een afwisselende werkweek heb. Het zzp-schap biedt meer flexibiliteit en vrijheid. Ik kan zelf aangeven wanneer ik werk en zo vaak op vakantie gaan als ik wil. Dat idee vind ik heel fijn.” Lisette werkt momenteel voor drie vaste opdrachtgevers. “Ik val in bij onder meer ziekte, zwangerschap, geboortepieken en vakanties. Ik ben een soort vliegende kiep. Voor deze praktijken is het heel fijn om een flexibele schil te hebben.” Maar nu het zwaartepunt meer komt te liggen op inbedding in de organisatie, lijkt dat geen goed nieuws voor Lisette. Ze doet tenslotte hetzelfde werk als echoscopisten in loondienst. “Ik let erop dat ik meerdere opdrachtgevers heb, dat ik een goede buffer heb en m’n verzekeringen goed heb geregeld. Dat mijn werk is ingebed in de organisatie, daar kan ik weinig aan doen. Maar als ik weer in loondienst zou moeten, dan moet dat. Ik ben kostwinner dus ik heb niet zo veel keus. Ik zou dat wel heel jammer vinden.”
Flexibiliteit en goede verdiensten
Ook Rose Anne Verbakel-Urlings werkt als zzp’er in de geboortezorg. Ze werkte voorheen als kraamverzorgende in loondienst maar zei haar baan gedag voor een bestaan als zelfstandig kraamverzorgende. “Voordat ik moeder werd, werkte ik meer dan fulltime. Toen ik zelf moeder werd en daardoor minder wilde gaan werken, rekende ik uit wat ik dan zou verdienen per maand. Dat was zo weinig dat ik dacht: daar doe ik het niet voor. Bovendien miste ik echt de flexibiliteit in loondienst. Je hebt maar een beperkt aantal vakantiedagen en moet altijd ver van tevoren vrij vragen.” Het verschil met Rose Anne en andere zzp-kraamverzorgenden is echter dat Rose Anne niet als onderaannemer voor kraamorganisaties werkt. Doordat ze een geheel eigen, moderne koers vaart met haar bedrijf La Vie Kraamzorg, stromen de aanvragen binnen. “Verloskundigen dragen ons aan, maar ook via Instagram krijg ik veel verzoeken. Inmiddels ben ik daarom een zmp’er: een zelfstandige met personeel. Ik heb zes medewerkers in dienst.”
Dat ondernemerschap zit dus wel goed bij Rose Anne. En omdat ze (uit eigen ervaring) weet hoe belangrijk de jongere generatie flexibiliteit en een goed inkomen vindt, biedt ze dat ook aan haar personeel. “Mijn personeel mag zoveel vrij zijn als ze zelf wil. Ze hebben veel vakantiedagen, maar kunnen daarbovenop nog vrij nemen als ze die uren dan op een ander moment inhalen. De eerste drie contracten krijgen ze een nulurencontract.
҅Een maand vrij om een mooie reis te maken? Of een dagje vrij voor
een festival? Prima, zo lang je vervanging regelt. ҆
Zo kunnen ze gerust een keer een maand vrij zijn om een mooie reis te maken. Of wil je een dagje vrij voor een festival? Prima, zo lang je vervanging regelt. Mijn medewerkers krijgen ook meer salaris dan gemiddeld.” Als ze vervolgens na drie nulurencontracten een vast contract krijgen, mogen ze ook een contract voor weinig uren. “Als ze meer willen werken is er werk genoeg, maar als ze dan een periode minder willen werken, kan dat ook. Ik bied bewust die flexibiliteit en dat hogere salaris, wat voor velen de reden is om als zelfstandige te gaan werken. Ik denk dat dát de manier is om het aantal zelfstandigen terug te dringen.”
Aanslagen en heffingen
Of Lisette en Rose Anne volgens dit kabinet schijnzelfstandig zijn, moet nog blijken. Maar wat is dan het gevolg voor de opdrachtgever en zzp’er als je als schijnzelfstandige wordt aangemerkt? Lex Tabak: “Als je als opdrachtgever als werkgever wordt aangemerkt, krijg je een aanslag. Want dat betekent dat je allerlei belastingen en heffingen moet gaan betalen die je als opdrachtgever níet hoeft te betalen. Maar ook voor de zzp’er is het nadelig. Voor de Belastingdienst wil je namelijk als ondernemer gezien worden. Alle voordelen die je als ondernemer hebt, vervallen anders namelijk. Denk aan startersaftrek, zelfstandigenaftrek en allerlei kosten die je van je winst af mag trekken. Dit betekent dat je een correctie op je belastingaangifte kan verwachten en je de Belastingdienst terug moet gaan betalen.”
҅We moeten ons niet focussen op het 'straffen' van zzp'ers, maar op het
verbeteren van de arbeidsomstandigheden van de mensen in loondienst. ҆
Sceptisch
Rose Anne kijkt met argusogen naar de plannen van het kabinet. “Ik ben bang dat ze de zorg erdoor kapot maken en nog minder mensen in de zorg willen of blijven werken. Ik hoor van vrijwel alle zzp’ers: ‘Als ik weer terug in loondienst moet, dan stop ik. Dan ga ik een heel ander vak kiezen.’ Voor mij is kraamverzorgende een droombaan; toen ik zeven jaar was wist ik al dat ik dit wilde worden. Ik ga er honderd procent voor in de vorm van mijn eigen bedrijf, maar ik zou nooit meer als kraamverzorgende in loondienst willen werken.”
Ook Tabak is sceptisch over de plannen van het kabinet. “Ik ben van mening dat we ons niet moeten focussen op het ‘straffen’ van zzp’ers, maar op het verbeteren van de arbeidsomstandigheden van mensen in loondienst. Mensen in de zorg hebben het steeds zwaarder. Al jaren stijgt het aantal mensen in de zorg dat uit dienst gaat en zzp’er wordt. Medewerkers klagen al jaren over hun te lage inkomen; de lonen blijven achter. Bovendien is werk en privé voor zorgmedewerkers lastig te combineren in dienstverband. Niet zo gek dus dat veel mensen als zzp’er aan de slag gaan. Ze verdienen meer én krijgen de regie over hun eigen agenda.” Er zijn volgens de zzp-specialist genoeg zzp’ers in de (geboorte)zorg die het liefst bij een vast team horen, maar voor wie een dienstverband niet aantrekkelijk genoeg is. “Maak dát weer aantrekkelijk.”
Tekst: Karin Broeren