Nataal - editie 36
NATAAL .nl 25 Vaak komt pas daarna het besef wat het emotioneel doet. De steun in de omgeving valt vrij snel weg na een miskraam. De verloskundige is een van de weinigen die heel dichtbij is geweest. Vaak is er ook al een vertrouwensband door eerdere zwangerschap- pen. Sommige vrouwen vallen ook na een curettage tussen de wal en het schip. Dan belt het ziekenhuis niet meer op, en de verloskundige ook niet.’ Vrouwen echt horen Verloskundige Schoonenberg: ‘Bij ons gaan vrouwen altijd met een belafspraak naar huis. We bellen na twee of drie dagen om te horen hoe het gaat. Daarna bellen we als de vrouw dat wil om de zoveel dagen, tot het hele proces is afgerond. In de tussentijd kan ze altijd zelf bellen. Als de miskraam achter de rug is, zien we vrouwen nog terug om een echo te maken om te kijken of alles schoon is. Dan vraag ik ook: ‘Kunnen we het afronden?’ In de meeste gevallen kan dat. Sinds kort bellen we dan nog een keer na vijf à zes weken. We kunnen het dan nog een keer erover hebben, ze kunnen de laatste vragen stellen. Vrouwen vinden dat heel prettig.’ De ervaring van verloskundige De Graaf is vergelijkbaar. ‘Als vrouwen in paniek raken als ze bloed verliezen, zoeken we ze ook wel thuis op. Vrouwen kunnen ons ook foto’s appen van wat eruit is gekomen. Dat kan ook helpen, om daar samen even naar te kijken. We bellen ze altijd als ze medicatie hebben gekregen of als ze een curettage hebben gehad. En soms bellen we na een paar weken nog even om te vragen hoe het gaat. Het valt niet mee om in een drukke praktijk de tijd te vinden om hier even rustig voor te gaan zitten, maar uiteindelijk is het heel dankbaar.’ Schoonenberg: ‘Een miskraam is niet niks. Ik merk dat onze werkwijze vrouwen goed doet. Dan heb je namelijk al een heleboel zorgen afgedekt en voelen vrouwen zich ook echt gehoord. We krijgen terug dat vrouwen het fijn vinden dat we nabellen en dat de drempel laag is om vragen te stellen.’ Grenzen bewaken De Graaf vindt het soms wel lastig om te bepalen waar ze in haar begeleiding de grens moet trekken. ‘Wij hebben niet de vaardigheden om de vrouwen die het echt heel erg zwaar hebben te helpen. Bij ons houdt het op een gegeven moment wel op.’ Natuurlijk mogen verloskundigen hun grenzen bewaken,’ reageert Van Kreij. ‘Als een vrouw drie maanden lang elke week aan de telefoon hangt, mag je best zeggen: ‘Ik denk dat er meer nodig is’.’ Antje: ‘De nacontrole is een mooi moment om het af te sluiten. Als je dan merkt dat het emotioneel nog niet goed gaat, kun je doorverwijzen naar de huisarts. Dan is er misschien een psycholoog of andere begeleiding nodig om dit te verwerken.’ ‘Maar als je als verlos- kundige het proces goed begeleidt,’ besluit Schoo- nenberg, ‘is de groep vrouwen die dan nog hulp nodig heeft, niet zo groot.’ n 'Als bij nacontrole blijkt dat het emotioneel nog niet goed gaat, verwijzen we naar de huisarts'
RkJQdWJsaXNoZXIy MjA3NTA1