Nataal - editie 38
34 NATAAL .nl EEN PROFESSIONELE KIJK OP BORSTVOEDING Borstvoeding geven: Wat is normaal? ‘Mijn baby drinkt twaalf keer per dag. Is dat normaal? Mijn baby drinkt aan beiden borsten 20 minuten per voeding. Hoe kan het dan dat jouw baby maar één borst per voeding drinkt in 10 minuten?’ We herkennen het maar al te goed! Moeders delen graag hun ervaringen met andere moeders, maar ook zorgverleners delen hun ervaringen met zorgprofessionals en moeders. Met al deze verschillende menin- gen is het soms lastig om te bepalen wat nu eigenlijk normaal is. Hoe vaak en hoe lang drinkt een baby aan de borst? Onderzoek van J.C. Kent 1,2 onder gezonde à terme geboren baby’s tussen de 1 en 6 maanden oud laat zien dat er veel variatie zit tussen wat ‘normaal’ is als het om borstvoeding gaat. Kent zegt dat 5 tot 13 voedingen per 24 uur normaal zijn en dat baby’s gemiddeld 12 tot 67 minuten over een borstvoedingssessie doen. Baby’s drinken in de eerste maand over het algemeen vaker en langer dan baby’s van drie maanden oud. Naarmate ze ouder worden, worden de voedings- sessies korter en minder frequent. Deze baby krijgt dan nog steeds voldoende moedermelk, maar hij drinkt gewoon efficiënter. In de eerste paar maanden groeien baby’s heel snel en hebben ze een hoge stofwisselingssnelheid. De melk die ze drinken, komt hoofdzakelijk ten goede aan de groei en het op peil houden van hun stofwisseling. Daarna, van maand drie tot zes, daalt de stofwisselingssnelheid en groeien ze minder snel, dus zijn ze verzadigd met dezelfde hoeveelheid melk. Dit betekent dat een baby zijn melkinname niet hoeft te verhogen naarmate hij groter wordt. De hoeveelheid melk die baby’s drinken over een dag verschilt enorm per baby. Zo gedijen sommige baby's prima op 500 ml per dag, terwijl anderen wel 1356 ml per dag drinken! Een of twee borsten aanbieden? Adviseer moeders om, nadat hun kindje uit de eerste borst gedron- ken heeft, ook de tweede borst aan te bieden. Als haar baby de tweede borst accepteert, wil hij duidelijk meer. Maar maak je geen zorgen als hij dit niet wil. Laat de baby beslissen, want hij weet zelf hoe vol zijn buikje zit. Onderzoek laat zien dat 30% van de baby's uit- sluitend aan één borst drinkt en 13% altijd aan beide borsten drinkt, maar de meeste baby's (57%) wisselen dit af. Daarnaast maken veel moeders zich druk over het verschil van productie in beiden borsten. Kent geeft aan dat het heel normaal is dat de ene borst meer melk produceert dan de andere. Het is dus duidelijk dat er veel in het bereik van ‘normaal’ ligt als het om borstvoeding gaat en dat is een geruststellende boodschap die je ook de moeder mee kunt geven. Het blijft belangrijk dat er goed gekeken wordt naar moeder en baby. Elke borstvoeding is uniek en de begeleiding daarin dus ook. Voor zorgverleners is het echter wel belangrijk dat er zoveel mogelijk eenduidig gewerkt wordt, zodat moeders maar ook je collega’s niet onzeker worden door alle ver- schillende adviezen. n Nienke van den Ende, Lactatiekundige IBCLC 1 Kent, J.C. et al. Volume and frequency of breastfeeds and fat content of breastmilk throughout the day. Pediatrics 117, e387– e395 (2006). 2 Kent, J.C. et al. Longitudinal changes in breastfeeding patterns from 1 to 6 months of lactation. Breastfeed Med 8, 401– 407 (2013).
RkJQdWJsaXNoZXIy MjA3NTA1