Nataal - editie 41
34 NATAAL .nl EEN PROFESSIONELE KIJK OP BORSTVOEDING Een tweeling en het geven van borstvoeding Veel moeders en professionals denken dat het geven van borstvoeding bij een tweeling zwaarder is dan bij een eenling. Het is absoluut waar dat het voeden van een tweeling meer energie kost, maar dat komt meer door het feit dat het dubbel zoveel werk is en daarom ook intensiever. Het op gang brengen van de borstvoeding werkt in principe op dezelfde manier als bij een eenling, zeker als de baby’s in staat zijn zelf alle voedingen uit de borst te drinken. Je biedt bij een tweeling één borst per baby aan. De volgende voeding wissel je dit om zodat ze elke voeding een andere borst krijgen. In de eerste week na de bevalling is het raadzaam om niet beide baby’s tegelijkertijd aan de borst te laten drinken. Zowel de baby’s als de moeder moeten nog leren om het borstvoeden onder de knie te krijgen. Een goede techniek is belangrijk en is moeilijker om aan te leren met twee baby’s tegelijk. Wanneer het aanleggen eenmaal goed gaat, kan de moeder gaan oefenen om haar twee baby’s tegelijkertijd aan de borst te laten drinken. Normaal gesproken wacht je totdat de baby zelf weer komt voor een voeding, met in de eerste week maximaal drie uur tussen de voedingen. Bij een tweeling kan dat ook, maar wanneer de tweede baby nog slaapt is het verstandig hem wakker te maken zodat hij meteen na de eerste baby kan drinken en ze een vergelijkbaar ritme krijgen. Doe je dat niet dan is er een kans dat ze ieder een heel ander schema ontwikkelen en de moeder de gehele dag aan het voeden is. Wanneer de baby’s naast de borstvoeding bijvoeding krijgen, is het ver- standig om te kijken naar wat een moeder en de baby’s aankunnen qua energielevel. De moeder zal dan namelijk extra moeten kolven na elke (borst)voeding, zodat er genoeg melk aangemaakt wordt. Wanneer bei- den baby’s eerst aan de borst gaan, de moeder vervolgens moet kolven en de baby’s daarna hun bijvoeding moeten krijgen, kost dit behoorlijk wat tijd. Ook kan het zo zijn dat het voor de baby’s te veel energie kost. In een dergelijk geval is het soms goed om af te spreken dat er per voe- ding één baby aan de borst drinkt en de andere baby de voeding op een andere manier krijgt (bijvoorbeeld therapeutisch flesvoeden). Zo is het beter vol te houden voor de moeder en komt ze ook nog aan haar rust toe, wat zeer belangrijk is. Wanneer de melkproductie goed op gang is en het aanleggen makkelij- ker gaat, zal er meer balans ontstaan en hoeft het geven van borstvoe- ding niet méér energie te kosten dan het geven van een flesje kunstvoe- ding. Lactatiekundige begeleiding is wel raadzaam omdat de opstart van borstvoeding bij een tweeling intensiever kan zijn en het proces naar volledige borstvoeding of eventueel een combinatie langer kan duren dan dat de kraamzorg er is. n Nienke van den Ende, Lactatiekundige IBCLC
RkJQdWJsaXNoZXIy MjA3NTA1