Nataal - editie 50

62 NATAAL .nl ???????? en derde trimester van de zwangerschap, vlak na de bevalling en ongeveer zes weken en zes maanden daarna. De uitkomsten van deze vragenlijst bespreekt zij tijdens het consult of bij de controle thuis met haar zorgverlener, om dan samen te beslissen welke zorg zij nodig heeft. Breder vragen en sneller tot de kern “Je merkt dat mensen dit gesprek enorm waarde- ren”, zegt Pieter-Kees de Groot, gynaecoloog in het Spaarne Gasthuis Haarlem. “Waar ik aanvankelijk dacht: dit gaat tijd kosten, merk ik nu dat het gesprek vaak sneller naar de kern gaat.” De Groot ziet de antwoorden van de patiënt in het dashboard op zijn scherm: rode vlaggen markeren de antwoorden die belangrijk zijn om te bespreken. “‘Het valt me op dat je stemming niet zo goed is’, zeg ik bijvoorbeeld. Misschien vertelt de vrouw dat ze dit vaker heeft gehad en bij een psycholoog liep, die ze bij terugval weer kan bellen. Zo onderzoek je samen waar iemands behoefte ligt.” Een zwangere met incontinentieklachten schakelde na het invullen van de vragenlijst zelf al een bekkenbodemthera- peut in. “Zo helpen de vragenlijst en het gesprek de patiënt om de regie te nemen.” Mondeling niet alles vertellen “Er kwam in onze praktijk één vragenlijst binnen waarvan we echt schrokken”, vertelt Mariska Vonk, eerstelijns verloskundige in regio Utrecht. “Deze vrouw had financiële problemen, neerslachtige gevoelens en keek niet uit naar de komst van de baby. Dat wisten wij allemaal nog niet.” Voor Vonk onderstreept dit het nut van de vragenlijsten: “Er zijn best veel cliënten die ons mondeling niet alles durven te vertellen. Ook weten mensen vaak niet wat voor ons allemaal relevant is om te weten.” Een betere vertrouwensrelatie “De vragenlijsten bieden niet alleen nuttige informatie, ze doen ook iets met de relatie”, zegt Hilmar Bijma, gynaecoloog in het Erasmus MC. “Je maakt hiermee als zorgverlener duidelijk dat je echt naast de zwangere wilt staan. Hierdoor ontstaat er meer ruimte voor een gesprek over de dingen die er echt toe doen, zowel op medisch als op menselijk niveau.“ Bij een patiënt met een verstandelijke beperking ontdekte Bijma dat de controles in het Erasmus MC erg belastend waren. “Rotterdam was voor haar heel groot en ver weg. Al lag het medisch gezien niet voor de hand, het was voor haar belangrijk om sommige controles in het regioziekenhuis te kunnen hebben. In overleg met mijn collega daar hebben we dit kunnen regelen.” Boost voor de samenwerking Arie Franx zegt dat zorgprofessionals en VSV’s binnen het BUZZ-project ervoeren dat waarde­ gedeven zorg een boost geeft aan de samenwer- king tussen de eerste en tweede lijn. Het gebruiken van uitkomsten om de zorg te verbeteren, wordt volgens hem de norm. Maar er moeten nog wel wat hobbels genomen worden. “Het vereist een omslag bij zorgverleners. VSV’s moeten een goede integrale ICT-infastructuur hebben. De zwangere zelf moet ook mee evolueren naar deze actieve rol in het samenspel met de zorgverlener. Nog niet iedereen is hieraan toe. Het grootste struikelblok is echter dat de financiering van de geboortezorg gebaseerd is op het aantal behandelingen en niet op uitkom- sten. In BUZZ-2 bekijken we daarom welk betaalmodel wel aanspoort tot waardegedreven geboortezorg.” n WAARDEGEDREVEN GEBOORTEZORG

RkJQdWJsaXNoZXIy MjA3NTA1